‘Een spel is ook cultuur’ – de frustratie van een vergeten sector

De Nederlandse spelen Pijnboom, Bezorg ons de maan in We waren hier samen afgelopen oktober schoten ze alle drie in één klap naar de hoogste regionen van de verkooplijsten van de grootste webshop in gaming, Stoom. Tijd voor een feestje: ‘wij’ doen internationaal mee.

Althans, dat dacht de Nederlandse game-industrie. Terwijl de makers van deze games hun succes vierden, mopperden andere makers zachtjes op Facebook: voor consumenten en de nationale overheid leken deze kleine triomfen onzichtbaar. Opnieuw. ‘De Nederlandse overheid heeft ooit een foto laten maken met een aantal gamemakers, en dat is het ook’, fulmineerde de bekende Nederlandse gamemaker Rami Ismail vorige week op Twitter toen bekend werd dat de Duitse overheid tot de helft van de ontwikkelingskosten van lokale game bedrijven. .

Een gefrustreerde industrie sloeg begin dit jaar aan de bel. Na jaren van onderzoek en advies van de Raad voor Cultuur waren ministers Van Engelshoven en Slob (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) uit – buitenlandse producenten en videodiensten zoals Netflix moeten noodzakelijkerwijs ‘een percentage van de relevante omzet die in Nederland wordt gegenereerd, investeren in de (co) productie van Nederlands cultureel audiovisueel aanbod ”, willen ze op de Nederlandse markt opereren. In ieder geval voor film- en televisiebedrijven. Een verbijsterde game-sector doorzocht de wet tevergeefs op zoek naar een woord over zichzelf.

Lees ook: Gamegigant Ubisoft treedt hard op tegen machocultuur en wangedrag

In een open brief in de Volkskrant gamemaker Tomas Sala en Wim Westera van de belangenorganisatie Dutch Games Association (DGA) stelden voorzichtig voor: zou het kunnen dat de ministers simpelweg een derde audiovisueel medium waren vergeten? “Net als bij films en series”, schreven beide mannen, “staan ​​ook games onder druk op de beschikbaarheid en zichtbaarheid van nationale content.” Westera verspreidde vervolgens via de Tweede Kamer een pamflet met feiten over de industrie.

De investeringsverplichting zelf was niet eens zozeer het punt. Abonnementsmodellen zijn in de gamessector nog niet zo succesvol dat een investeringsverplichting zinvol zou zijn, al gaat de sector wel in die richting. Het ministerie zou graag met de industrie in gesprek gaan, maar dat leek in dit geval niet zo relevant, schrijft een woordvoerder in een reactie.

Internationale reputatie

De verplichting leek vooral symbolisch, voor een bedrijfstak die zich in Nederland vaak vergeten voelt. De brief was volgens betrokkenen ook een poging om de Nederlandse gamesector aan te zetten tot een zeer noodzakelijke discussie met de rijksoverheid. Ze hopen op betere subsidies, meer steun voor bezoeken aan buitenlandse evenementen, om opgenomen te worden in de wetgeving over Nederlandse cultuurmakers. Vooral het gebrek aan kennis over het medium binnen de rijksoverheid hebben zij last – al steken zij hiervoor ook de hand in de boezem.

READ  Call of Duty 2021 zou draaien op de Modern Warfare-engine

Lees ook: En zo begon het: 40 jaar Pac-Man

“Nederlandse gamebedrijven zijn te introvert”, zegt Derk de Geus. Dat heeft hij al een hele tijd meegemaakt: met zijn Paladin Studios maakt hij al vijftien jaar lieve puzzelspellen. Dit jaar werd hij gekozen om het roer van de DGA over te nemen. “We zijn nu eindelijk met elkaar in gesprek, nu moeten we dat met de buitenwereld doen. Het enige probleem in onze sector is: we spreken de taal van games, we weten dat ze belangrijk zijn. Maar terwijl de helft van alle Nederlanders games speelt, denken de meesten niet eens aan zichzelf als we het over gamers hebben. “

Momenteel trekt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) rechte lijnen. Nederlandse films en series, schrijft het ministerie NRC, vertel “verhalen over onszelf, over anderen, over de samenleving. Ze weerspiegelen de levende werelden in onze samenleving vanuit een sterke verbeeldingskracht. Dit onderscheidt dit soort producties van media-aanbiedingen met nieuws, sport, games of ‘realiteit’. “

Maar de grenzen tussen computerspellen en andere audiovisuele media zijn niet zo strak te trekken, stelt Wim Westera. “Games zijn belangrijke cultuurdragers. De politiek moet zijn horizon verbreden. ”

Volgens game-uitgever Martine Spaans zijn Nederlandse gamemakers eigenlijk net iets te artistiek georiënteerd. Met haar Tamalaki faciliteert ze snelle puzzelspellen voor mobiele telefoons, maar werkt ze vooral samen met buitenlandse partners: hun commerciële instinct ontbreekt soms in de Nederlandse gamesector, vertelt ze. “Op een Nederlandse gamebeurs als Indigo zie ik vooral educatieve projecten en mooie sfeervolle games”, doelt ze op kleine, artistieke entertainmentgames.

Het educatieve en servicetraject – de zogenaamde ‘Applied Games’ – doet het in Nederland relatief goed. Er zijn relatief veel subsidies, de Nederlandse industrie heeft een internationale reputatie en lokale en regionale overheden zijn doorgaans enthousiast. Soms onderschatten subsidieverstrekkers hoeveel tijd en geld een spelproductie nodig heeft, maar het nut wordt in ieder geval erkend, zeggen gamemakers.

READ  PS5-games blijken bijzonder groot te zijn - is de standaard SSD groot genoeg?

Het spel ‘Bezorg ons de maan’ van de Nederlandse ontwikkelaar KeokeN.

Het is moeilijker voor makers van entertainmentgames. Ze worstelen met een wereld waarin commerciële investeerders de overwegend artistieke producties te riskant vinden, terwijl de rijksoverheid gameprojecten al snel te commercieel vindt om met subsidies te worden ondersteund. Als ze wel een subsidie ​​krijgen, is het vaak zonder te beseffen hoeveel tijd het ontwikkelen van games kost.

Gamebedrijven komen snel tussen wal en schip terecht, zegt gamemaker Peter de Jong, die met zijn bedrijf Codeglue niet alleen eigen games maakt, maar ook veel samenwerkt met andere gamemakers. “Er zijn in Nederland niet genoeg grote partijen die kunnen investeren in lokale industrie. Zelfs een belangenorganisatie als de Dutch Games Association heeft weinig te besteden. ”Toonaangevende evenementen, zoals de Dutch Game Awards en de vakconferentie Control, zijn de afgelopen jaren stilletjes verdwenen: te weinig geld. De industrie heeft niet hard genoeg gelobbyd voor ‘eigen games’ en vaste evenementen zoals de Nederlandse filmindustrie, denkt De Jong.

Juist het verdwijnen van gebeurtenissen draagt ​​bij aan een gebrek aan kennis bij wetgevers, zegt Gerben Grave, hoofd van het Groningse gamemakerscollectief Game Bakery. “Wanneer we communiceren met lokale en regionale autoriteiten, horen we veel verwondering en verbazing over de kwaliteit van onze industrie.” De Gouden Kalveren, zegt Grave, zorgen ervoor dat de Nederlandse filmindustrie succes uitstraalt. ‘Maar er zijn nu nog maar weinig openbare evenementen [voor games] waar regeringen naar kunnen kijken. ”Dit jaar organiseerde hij de eerste editie van de Game Bakery Awards online, een poging om het gat weer te dichten.

120 miljard

De game-industrie is een internationale markt van meer dan 120 miljard euro per jaar, die jaarlijks met zo’n tien procent groeit. Maar van de ruim 1 miljard euro die Nederlanders jaarlijks aan games uitgeven, stroomt er 950 miljoen direct het land uit, zegt Derk de Geus. Dat kan volgens hem anders. “Ik hoop dat games uiteindelijk een Nederlands exportproduct worden. Nederlandse gameconsumenten spelen voornamelijk buitenlandse games. Nu moet je niet leunen op het idee van ‘Nederlandse games voor de Nederlandse markt’, maar je kunt in ieder geval onze branche beter ondersteunen. “

Op dit moment vindt hij dat ondersteuning te veel van toeval afhangt. “Elk jaar is er de Tokyo Game Show. Er is een regeling om Nederlandse bedrijven daarheen te sturen. Maar het is er alleen omdat er toevallig al een tijdje iemand op de ambassade in Japan enthousiast was. ”Hij wijst op landen als Duitsland en Finland, die een veel actiever beleid voeren om makers van games op te leiden en hen de middelen te bieden om op de internationale markt te concurreren.

READ  Vluchtradar 24 geeft aan dat het Air India Express-vliegtuig twee keer heeft geprobeerd te landen op de luchthaven van Kerala

Lees ook: De Nederlandse game-industrie loopt achter in het buitenland

Hoofdpersoon Hue uit fantasiespel ‘Pijnboom’ van de Nederlandse studio Twirlbound. Afbeelding Twirlbound

Heffing

Codeglue-man Peter de Jong maakt nu een jaar deel uit van een branchebijeenkomst “achter de schermen” om te kijken wat er anders kan. Zijn dossier is de thuiskopievergoeding, een heffing op opslagmedia die financieel naar cultuurmakers stroomt. “We willen weten of gamemakers dit ook kunnen claimen.” De bedoeling is om met een collectieve agenda te komen, waarmee de sector bij de rijksoverheid terecht kan.

“We hebben net NAPA opgericht, een grote producentenvereniging. Dit geldt ook voor interactieve media ”, zegt De Jong. ‘Ik sta op het bord en verspreid onze boodschap. Dat we ook gewoon een cultureel medium zijn. ”Omdat dat in het verleden niet genoeg is gebeurd – daar zijn de meeste gamemakers het over eens.

“Dat is een proces van lange adem, waar we ook concreet aan moeten werken”, zegt Gerben Grave. “Maar ik hoop dat de regering nu een luisterend oor zal bieden.”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *